dinsdag 12 november 2013

Een puppy in huis! Wat nu?

Een puppy in huis! Wat nu? 

Hoewel wij erg uitkijken naar het moment dat we een pupje eindelijk kunnen ophalen, mogen we niet vergeten hoe het pupje zich voelt en wat het allemaal meemaakt. Vreemde mensen en een auto die zich verplaatst en brommende geluiden maakt. Weg van de moeder, broertjes en zusjes en weg van het veilige, vertrouwde nest. Het pupje krijgt dus nogal wat te verwerken. De pup kan dit uiteraard allemaal best aan, maar toch is het belangrijk om hem hierin optimaal te ondersteunen om zo de stress, die dit alles bij de pup veroorzaakt, tot een minimum te beperken. 

Hier volgen een aantal tips om je nieuwe pup op zijn gemak te stellen. 

1. Probeer een pup zo vroeg mogelijk op te halen. 
Dan heeft hij de hele dag om te wennen aan zijn nieuwe roedelgenoten en het nieuwe territorium voordat de nacht valt. 

2. Geef de pup de tijd en de rust om te wennen. 
Wanneer de pup eenmaal in zijn nieuwe thuis aankomt, bevindt hij zich weer in een vreemde omgeving met misschien weer vreemde mensen, vreemde voorwerpen en een vreemde geur. Daarom moet je de pup de tijd geven om hieraan te wennen. Zet de pup gelijk op de plaats waar u hem ook later graag wilt hebben. Leg hier zijn nestlapje en een kluifje neer. Laat hem verder lekker zijn eigen gang gaan. Hij zal rondsnuffelen en alles onderzoeken. 

3. De pup vertrouwd laten raken met jezelf 
Als je wilt dat de pup bij je komt, pak dan een lekker hondenkoekje, ga op je hurken zitten en roep hem bij je. Doe dit met een vriendelijke, vrolijke, wat hogere stem. De pup vindt dit leuk en komt naar je toe. Je geeft hem dan het koekje en een knuffel en je laat hem weer rustig verder gaan met het verkennen van de nieuwe omgeving. Zo went de pup het snelst aan zijn nieuwe roedelgenoten, die leuk zijn en lekkere koekjes hebben, en aan het nieuwe territorium. 

4. Een eigen plaats
Na een tijdje zal de pup moe worden. Hij zal een plekje opzoeken om te gaan slapen. Natuurlijk heb je al zelf bepaald waar je wilt dat de pup uiteindelijk zijn eigen plek krijgt. De plaats waar hij ’s nachts verblijft en waar hij moet blijven als je een keer zonder hond weg moet.
Als het pupje moe is en wil gaan slapen pak je hem rustig op en brengt hem naar die plek. Dit kan een kleed, een mand of een bench zijn. De meeste pups worden weer wakker en dan blijf je er gewoon even bij. Je aait en kriebelt hem als het ware in slaap. Daarna ga je weg, en laat hem alleen. Als je gebruik maakt van een bench, doe het deurtje dan niet gelijk dicht. Wel heb je nog een lekker kluifje in zijn directe omgeving achtergelaten. De pup krijgt nu zijn eerste oefening in het alleen blijven. Je gaat regelmatig even kijken of hij al wakker is. Er bestaat een grote kans dat als hij wakker wordt hij eerst het kluifje vindt voordat hij beseft dat hij alleen gelaten is. Hij gaat dan even lekker kluiven. Het is nu wel zaak dat je heel snel hierna je gezicht laat zien en je aanwezigheid aan de pup laat merken. Zo leert de pup dat je altijd terugkomt, ook al is hij even alleen gebleven.

Na een paar dagen zal je merken dat de pup uit zichzelf, als hij moe is, zijn eigen plek zal opzoeken. Die eigen plaats moet wel een veilige plek zijn waar niet continu mensen langs lopen en waar de pup niet regelmatig afgeleid wordt. Bij het op zijn plek brengen kunt u nu al het commando ‘plaats’ of ‘mand’ geven. De pup mag op die plaats nooit gestoord worden.

6. Voeding
Het is aan te raden je pup de eerste dagen hetzelfde voer te geven, als hij bij de fokker heeft gehad. Je pup doet de eerste dagen al veel nieuwe indrukken op. Je kunt zich misschien voorstellen dat het dan fijn voor je pupje kan zijn als hij wel zijn vertrouwde voer krijgt. Overstappen op een voer naar eigen keuze kun je doen als je pup zich bij je op zijn gemak voelt. De stress, die de overgang naar zijn nieuwe thuis met zich meebrengt, kan ertoe leiden dat je puppy de eerste dag niet wil eten. Geef hem de tijd om te wennen en dwing hem niet om te eten. Zijn honger komt vanzelf wel op gang, en dan gaat hij vanzelf wel weer eten.

7. Uitlaten
Het voorkomen van ongelukjes door een goed uitlaatschema vormt de basis van de zindelijkheidstraining. Laat de pup dus minstens om de twee uur even naar buiten om zijn behoefte te doen en probeer aan het gedrag van je pup te zien wanneer hij zijn behoefte wil gaan doen. Vaak kun je dit zien aan langdurig snuffelen of aan rondjes draaien op dezelfde plek. Meestal zal de pup ook wat doen als hij net lekker heeft liggen slapen, heeft gegeten of gespeeld.
Als je ziet dat je pup op het punt staat binnenshuis zijn behoefte te doen, til hem dan onmiddellijk op en breng hem naar buiten. Door het optillen treed een plasrem in werking. Als de pup zijn plasje buiten afmaakt, beloon je hem hier enthousiast voor. Als je toch een keer te laat bent en de pup binnen zijn behoefte al heeft gedaan, ruim dit dan gewoon op zonder de pup enige vorm van aandacht te geven. Prijs de pup uitbundig wanneer hij het goed doet.

  
Je hebt waarschijnlijk lang uitgekeken naar de dag dat je puppy in huis komt. Het pupje raakt echter zijn vertrouwde omgeving kwijt en doet in korte tijd veel nieuwe indrukken op. Met de bovenstaande tips kun je je pup helpen om vertrouwd te raken in zijn nieuwe omgeving. Dus geef hem de ruimte en tijd om jou en je huis te verkennen. Geef hem de eerste paar dagen het zelfde voer als bij de fokker en laat hem minstens om de twee uur even naar buiten om zijn behoefte te doen. En dan moet alles goed komen. En het pupje zal van je gaan houden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten